Tim Hofman reageert in een interview met de Volkskrant uitgebreid op het heftige nieuws dat een type: entry-hyperlink id: 4FuPV7JDlDDvB90UrJuvML. De verdachte was met een vuurwapen en mes het BNNVARA-gebouw in Hilversum binnengelopen (zie video)...Het incident gebeurde op 6 september in de avond. De man meldde zich bij de beveiliging waarna de politie werd ingeschakeld. Volgens BNNVARA zijn er geen explosieven gevonden, iets wat weekblad Panorama vorige week suggereerde. De verdachte was al eerder die dag in het pand geweest om via de receptie een ontmoeting te regelen met Tim. Omdat dat niet gelukt was, keerde hij 's avonds terug.Eerste handelingen In het interview met de Volkskrant laat hij zich onder andere uit over het eerste wat hij heeft gedaan zodra hij thuis was na het incident. "De harde kern van Boos is naar mijn huis gekomen, waar we het kort hebben besproken. Daarna heb ik mensen gebeld. Mijn beste vriend en vriendin, mijn partner, familieleden – op advies van de recherche een klein comité, want het mocht absoluut niet lekken. Het vermoeden bestond dat de dader een eenling was, maar dat was niet zeker", aldus Tim.Eveneens overweegt hij soms of zijn inspanningen wel de moeite waard zijn in zijn werk: "Ik had al eens tegen mijn vrienden gezegd: dit gaat een keer mis. De sfeer richting pers en publieke personen is de afgelopen jaren verhard. Ik ben uitgesproken en loop met Boos weleens de verkeerde personen tegen het lijf. Daarom heb ik nu een losse knop bij me met een gps-systeem. Als ik die indruk en een codewoord noem, reageert de politie."GespannenOp de vraag of hij ondertussen van de schrik bekomen is, reageert Tim het volgende: "Ik ben gespannen. Maar ik heb erover gepraat met mijn psycholoog en ik kan nu op een goede manier met die spanning omgaan. Ik denk dat het ermee begint dat ik de angst er even laat zijn. Erbij stilstaan werkt goed, ook omdat ik weet dat de angst weer wegtrekt. Daardoor hoef ik het niet mijn dag te laten bepalen."Hij gaat verder: "Maar de actie van deze man is wel bepalend voor me. Dit kan dus gebeuren, weet ik nu. Iemand kan denken: ik doe nog een poging, ik schiet hem wél dood. Daar houd ik dus rekening mee. Ik weet niet of dat reëel is. Misschien is het aanstellerig."