Gerben Bakker, Head of Show van het Eurovisie Songfestival in Rotterdam, belooft dat de drie liveshows volgende week niet vol klompen, kaas en tulpen zitten. "Maar een beetje cliché mag wel", lacht hij in gesprek met het ANP. Zijn doel is om alle facetten van Nederland te laten zien."Bovenaan stond eigenlijk de Nederlandse diversiteit. Daar hebben we heel erg lang over nagedacht", zegt Bakker, die normaal gesproken freelance programmamaker is. Al die verschillende kanten van Nederland komen vooral terug in de zogeheten postcards, de introductiefilmpjes voor de 39 deelnemende landen. "Als je al die 39 postcards achter elkaar ziet, weet je eigenlijk niet wat je ziet. Er zitten locaties tussen die je totaal niet verwacht: van waanzinnige natuurgebieden tot industrie en architectuur."Volgens Bakker, die als Head of Show verantwoordelijk is voor de complete inhoud van de liveshows, tonen die filmpjes de "rijkheid" van Nederland. "En dat er dan af en toe iets authentieks voorbij komt waar Nederland bekend om is, dan mag dat. We hoeven onze ogen niet te sluiten", vindt hij. "Laten we eerlijk zijn: als toeristen naar Nederland komen dan gaan ze toch echt naar de tulpen kijken."TranenEen van de overkoepelende thema's die in de shows terugkeert is, in het licht van de coronacrisis, veerkracht. Bakker geeft daarbij het voorbeeld van de intervalact van danser Ahmad Joudeh en BMX'er Dez Maarsen in de tweede halve finale. "De choreo vertelt het verhaal van mensen die bij elkaar willen zijn. Dat lukt niet, maar uiteindelijk komen ze toch samen."Het favoriete deel van Bakker is de intervalact Music Binds Us in de finale met onder anderen Afrojack, Glennis Grace en Wulf. "Tijdens de repetities keken mensen met tranen in hun ogen. Dan denk ik: dan hebben we toch iets goed gedaan. Ik heb het al duizend keer gezien, zit heel diep in het creatieve proces, maar ook bij mij komt het nog steeds binnen."TrotsBakker hoopt dat Nederland volgende week zondag met trots terugkijkt op wat er is neergezet. "Ik hoop dat veel Nederlanders zich erin herkennen. Het heeft heel lang geduurd voordat het songfestival naar Nederland kwam en ik hoop echt dat iedereen het voelt wat wij hier aan het maken zijn, dat dat echt binnenkomt. En dat we straks tegen elkaar zeggen: dat hebben wij als Nederland goed gedaan."
