Paul de Leeuw merkt dat hij zijn eigen grappen de afgelopen jaren toch enigszins heeft aangepast. "Ik vind plat nog steeds heel grappig", zegt hij maandag in de podcast Peptalk van cabaretier Pepijn Schoneveld. "Maar ik weet veel beter wat wel en niet kan. Over seksualiteit, over gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen. Het zou in deze tijd heel onhandig en naïef zijn om daar niet mee bezig te zijn. Misschien moet er weer eens iemand zijn die een enorme plons in de vijver gaat maken. Maar die persoon ben ik niet meer, op mijn bijna zestigste."De cabaretier corrigeert zijn eigen tienerzoons ook als ze bijvoorbeeld ‘homo’ gebruiken als scheldwoord. "Het is gewoon een scheldwoord, zeggen ze dan. Maar ja, ik vind dat dus wel een vervelend scheldwoord en bij ons thuis wordt dat niet gezegd. Als ik het op de voetbalclub hoor, vind ik het ook een stomme opmerking, maar dan zeg ik er niets van. Al hoop ik dat ze het daar ook niet zeggen."De oud-VARA-coryfee merkt ook dat hij zelf zaken soms te ver vindt gaan. Zo ergerde De Leeuw zich kapot aan een spandoek van boeren tijdens het protest op het Malieveld. Op spandoek stond de tekst: ‘Wat aids is voor hoeren, is de regering voor boeren’."Dat vond ik echt te ver gaan", stelt De Leeuw aan interviewer Pepijn Schoneveld. "Welke gék heeft dat opgeschreven? Dat iemand zoiets verzint in een stal. Dat hoeren en boeren op elkaar rijmt, snap ik nog. Maar dat je dan denkt: wat kan er nou erg zijn voor hoeren… een klant die niet betaalt, een geslachtsziekte? Nee, aids! Dat gaat toch te ver?"De Leeuw maakte in 1992 een iconische uitzending van zijn programma De Schreeuw van de Leeuw met aidspatiënt René Klijn. Het programma won een Bronzen Roos van Montreux.