
Nieuws
22 apr 2017, 14:57
Deze maand is het 12,5 jaar geleden dat Geert Wilders voor het eerst zwaar beveiligd door het leven moest. De politicus denkt niet dat hij ooit nog normaal over straat kan, zegt hij in een interview met De Telegraaf zaterdag. ,,Ik ben blij dat ik nog leef. Je weet dat het iedere dag kan gebeuren dat iemand je vermoordt.''
De beveiliging begon in 2004, enkele weken voor de moord op Theo van Gogh. ,,Je liep niet trillend rond van angst of zo, want je werd goed beveiligd. Maar eng was het wel. Ik had immers net gehoord van die brief over mij en dat de Hofstadgroep achter mij aan zat. De hele situatie zorgde voor gigantische adrenaline. Grote vragen over wat me te wachten stond, gingen door mijn hoofd. Tot heel simpele zaken: wie zorgt er voor onze katten?'', kijkt Wilders terug.
Wilders is niet jaloers op collega's die vrijelijk op pad kunnen. Hij mist vooral de gewone dingen in het leven: ,,autorijden, je brievenbus legen - dat vond ik vroeger heel leuk - en boodschappen doen. In het buitenland is het eerste wat ik doe: de supermarkt in, een pak melk kopen'', aldus Wilders.
Wilders is van plan nog vele jaren in de politiek aanwezig te blijven.
(ANP)
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren. Je kunt je op ieder moment afmelden. Zie voor meer informatie de privacyverklaring.